Downloads
Biografie – volledige versie
Zowel voor het concert- als het operagenre is Robbert Muuse een veelgevraagde zanger.
Muuse vertolkte vele rollen in opera’s, zo zong hij in diverse producties Dr. Falke in Strauss’ Die Fledermaus, in 2011 de Boswachter in Janáček’s Sluwe Vosje, de titelrol in Eugen Onegin van Tsjaikovski, en Vader in Humperdincks Hänsel und Gretel. Hij was te gast op het Zwitserse Festival de Verbier, waar hij de 1er Soldat zong in de opera Salome (R. Strauss) o.l.v. Valery Gergiev. Verder zong hij Guglielmo in Mozarts Così fan tutte met een tournée van Opera Trionfo door Nederland, Allazim in Mozarts Zaide in het Karlsruhe Festspielhaus, Papageno in Die Zauberflöte, Malatesta in Don Pasquale van Donizetti, Silvio in Leoncavallo’s I Pagliacci, Le Directeur in Poulenc’s Les Mamelles de Tirésias o.l.v. Ed Spanjaard, Escamillo in La Tragédie de Carmen in de regie van Lodewijk de Boer, Aeneas in Purcells Dido and Aeneas, de rollen Protée en Épaphus in Phaéton van J.B. Lully, en Pallante in Händel’s Agrippina, in een tournée langs Oosteuropese operahuizen met Combattimento Consort Amsterdam o.l.v. Jan Willem de Vriend. Van Benjamin Britten zong hij de rol van Sid in Albert Herring, o.lv. Urban Malmberg en in de regie van Guy Joosten; Noah in Noye’s Fludde. In Stalin en de smaak van Paardehaver van Jan Bus zong hij de rol van Prokofjev, o.l.v. Jurjen Hempel. In een Nederlandse hertaling van Rossini’s La Gazzetta zong hij Filippo gedirigeerd door Enrico Delamboye en in regie van Saskia Boddeke en Peter Greenaway.
Als solist en vertolker van Oude Muziek heeft hij vele oratoria en concerten gezongen. Zo’n 10 jaar was hij baroksolist in het Franse Ensemble Pierre Robert o.l.v. Frédéric Desenclos. Met ensemble Ex Tempore o.l.v. Florian Heyerick werkte hij aan de nieuwe CD (2017 – CPO) met Passion Cantatas van Graupner. Verder werkte Robbert samen met diverse grotere en kleinere barokformaties.
Tot zijn toprepertoire behoort onder meer Bachs Matthäus Passion: veel waardering kreeg hij voor zijn vertolking van zowel de aria’s hierin als de Christus-partij. Verder staan er op zijn repertoire de grote oratoria en concertwerken, zoals vele cantaten en het Weihnachtsoratorium van J.S. Bach, Händels Belshazzar en Messiah, Haydns Die Schöpfung en Die Jahreszeiten, Mendelssohns Paulus en Elias, de bekende Requiems van Mozart, Fauré en Duruflé, Brahms Ein Deutsches Requiem, Carmina Burana van Carl Orff, Petite Messe Solennelle van Rossini en van Vaughan Williams de Five Mystical Songs.
Als liedzanger heeft Robbert Muuse vele liedrecitals gezongen, onder meer in het Amsterdams Concertgebouw, in Stuttgart, Karlsruhe, Salzburg en Paris, veelal samen met pianiste Micha van Weers. Zij werken samen sinds 1994 en zijn ook als duo opgeleid. Samen wonnen zij prijzen, zoals de prestigieuze MeesPierson Award 2004 van het Concertgebouw Amsterdam, in 2003 de Publieksprijs en de Speciale Prijs van de Italiaanse RAI op het Internationaal Seghizzi Liedconcours in Italië. Door hun jarenlange samenwerking en vervolmaking van hun liedinterpretatie hebben zij een groot repertoire opgebouwd en worden hun programma’s zeer gewaardeerd. Zij traden onder meer op in het Concertgebouw in Amsterdam, in Stuttgart, Karlsruhe, Salzburg en Parijs. Naast het uitvoeren van het bekendere liedrepertoire, vinden Robbert Muuse en Micha van Weers de uitdaging in het zoeken naar onbekend of vergeten repertoire. Door nieuwe uitvoering en opname willen zij de muziek hernieuwde waardering en een plek op het concertpodium geven.
Een doorlopend project betreft verloren gewaande liederen van vervolgde joodse componisten. Zij hebben een grote verzameling liederen opgebouwd van joodse componisten tot aan WOII, de liederen van Cyril Scott en Julius Röntgen. Hun CD “Alle Lust will Ewigkeit” (Challenge Records – 2016) met liederen van Julius Röntgen, omvat merendeels premiere-opnamen, en werd lovend ontvangen in de pers. Eerder maakten zij de CD “Songs of Quest and Inspiration” met liederen van Cyril Scott en Ralph Vaughan Williams (label Challenge Records International). Scotts liederen waren een ontdekking en nog niet eerder op CD opgenomen. Ook deze opname werd in de internationale pers (zoals Gramophone, Luister en Fonoforum) positief gewaardeerd.
Robbert Muuse zong met verschillende kamermuziekensembles (o.a. Ives Ensemble) werken als Le Bal Masqué van Francis Poulenc, Die Wolkenpumpe van Erwin Schulhoff, en Dover Beach van Samuel Barber.
Robbert Muuse was als solist te gast in het Concertgebouw Amsterdam, Salle Gaveau en Cité de la Musique in Paris, Flagey in Brussel, St John’s Smith Square in London, met London Southbank Sinfonia o.lv. Simon Over; het Nieuw Ensemble, Philharmonie Zuidnederland o.l.v. Paul Goodwin, Ed Spanjaard, Reinbert de Leeuw, Kynan Johns en Christoph Poppen; Orkest van het Oosten, Combattimento Consort Amsterdam o.l.v. Jan Willem de Vriend; de Nederlandse Bachvereniging o.l.v. Jos van Veldhoven; Concerto d’Amsterdam o.l.v. Erik van Nevel; het Ives Ensemble. Hij zong op internationale festivals, zoals het Festival Oude Muziek Utrecht, Bozar Festival in Brussel en Antwerpen, festivals in Duitsland, Festival de Verbier (Zwitserland), Israel, Frankrijk (o.a. La Roque d’Anthéron, Chapelle Royale de Versailles, Saint Michel-en-Thiérache, La Chaise Dieu, Cité de la Musique Parijs); in London Lufthansa Baroque Festival, in Riga and Miami. Als ensemblezanger maakte Robbert jarenlang deel uit van het Franse Ensemble Pierre Robert in Frankrijk. Als remplaçant zingt hij sinds 2001 bij het Nederlands Kamerkoor, en ook bij de Zwitserse Zürcher Singakademie.
Robbert Muuse maakte opnamen voor radio en televisie, CD’s voor label Challenge Records, label Alpha Records (met Ensemble Pierre Robert), bij CPO, Brilliant Classics (Matthäus en Johannes Passion), en DVD bij Challenge Classics.
Robbert Muuse werd de laatste jaren in Groot-Brittannië gecoacht door Gary Coward en Julius Drake; hij studeerde Cum Laude af voor zang en opera bij Mya Besselink aan het Conservatorium van Maastricht, hij vervolgde zijn vocale studie bij Donald Litaker (Opernschule Karlsruhe), Liedgestaltung bij Konrad Richter (Stuttgart) en Hartmut Höll (Mozarteum Salzburg). Privé en in masterclasses werkte hij verder met o.a. Sir Thomas Allen, Sir Gerald Finley, Barbara Bonney, Jard van Nes, Robert Holl, Graham Johnson, Claudio Nicolai en Hilde Zadek.